10 juli 2016 aanvang: 14u.
Marloes Markerink – klarinet
Francine van der Heijden – sopraan
Gonny van der Maten – orgel, piano
- Vier Spielstücke – Hugo Distler(1908-1942)
- Andante cantabile in Bes – Wolfgang Amadeus Mozart
Allegro in g (1756-1791)
Vivace in d - Sonate voor klarinet en piano – Gonny van der Maten
– Moderato (geb.1959)
– Adagio
– Rondo - Thema und 5 Variationen “Frisch auf, – Hugo Distler
gut Gsell, lass rummer gahn” - Het Goede Land (tekst: Willem Wilmink, 1936-2003) – Ryer Zwart (geb.1970)
Lang voordat wij de steven moesten wenden
naar onze wereld en naar onze tijd,
was er een land zonder boosaardigheid ,
dat voortleeft in verschillende legenden.
Toen wij als kind over heuvels renden,
door geen herinneringen begeleid,
leek het er op of wij de weg nog kenden.
De grote mensen zijn de route kwijt.
Wel gaan we nog zo nu en dan op reis
met in ons achterhoofd dat paradijs,
maar weten heus wel dat we daar niet komen.
De dingen gaan zoals ze moeten gaan,
behalve daar waar kinderen bestaan
die ’t goede land meteen al werd ontnomen.
6. Seriosita en Burla – Johann Mattheson (1681-1764)
7. Twee liederen : – Gonny van der Maten
Het Geheim (tekst: Piet Paaltjens, 1835-1894)
Wij zaten te keuvelen
Daar klonk van de heuvelen
Een weemoedige triller
Het was Ludwig Hiller:
De begaafde kunstenaar,
De wreed geschokte
Die aan zijn klarinet
Dien triller ontlokte.
Nooit sprak er ergens,
Zoo ver mij bekend,
Dieper weemoed
Uit een blaasinstrument.
Het was waarlijk
Om zich te verbazen
Zoo naar stond die man daar te blazen!
Maar neen, verbazen
Dat deden we ons niet,
Want we kenden de reden van zijn verdriet.
Eén onzer althans,
Die er alles van wist,
Van het vreselijk geheim
Van de klarinettist!
Liedje van de slakken die naar een begrafenis gaan
(tekst: J.Prévert, 1900-1977; vertaling: Wim Hofman)
Twee slakken gaan naar de begrafenis van een herfstblad.
Met een zwart huisje en een zwart lintje om hun hoorntjes
gaan ze op weg op een mooie avond in de herfst.
Maar ach, als ze aankomen is het alweer lente.
De blaadjes die dood waren leven allang weer
en onze twee slakken zijn zo teleurgesteld.
Maar daar is de zon, de zon die zegt:
Neem toch even de moeite en neem even plaats en neem een
glaasje bier alstublieft en neem als u dat wilt de reisbus naar Parijs.
Hij vertrekt tegen de avond. Dan zie je nog eens wat
en neem het niet zo zwaar.
Luister wat ik zeg: Die rouwkleur maakt de ogen dof
en je wordt er ook niet mooier van.
Al die verhalen over doodgaan zijn treurig en niks leuk.
Trek toch iets kleurigs aan, iets levendigs.
Dan gaan alle dieren, alle bomen, alle planten
zomaar zingen, zingen, zingen.
Ze zingen uit volle borst, ze zingen een echt levenslied.
Een lied van de zomer.
En iedereen zet het op een drinken
en zet het op een klinken.
het wordt een mooie avond, echt een mooie zomeravond
en de twee slakken gaan op weg naar huis.
Ze zijn erg aangedaan. Ze zijn erg gelukkig
en omdat ze nogal wat op hebben slingeren ze een beetje.
Maar daarboven aan de hemel waakt over hen de maan.